Chinchilla | |
---|---|
[[Bestand:|px]] | |
Naam | Chinchilla |
Latijn | Chinchilla Lanigera |
Uiterlijke kenmerken | |
Kleur | Standaard: wildkleur, grijs met witte buik en witte pootjes, heeft donkere oren en donkere ogen.
Beige: Licht grijsbruine chinchilla met witte buik, rode ogen en roze oren. Er bestaan 3 soorten beige: de homo-beige chinchilla is lichter van vacht en heeft fellere rode ogen dan de hetero-beige. Mozaïek: Overwegend wit met grijze/bruine/beige vlekken, rode of zwarte ogen. Pink white: Ten onrechte albino genoemd, geheel witte chinchilla, roze oren en rode ogen. Abricot: Witte chinchilla met beige kleurschakeringen, rode ogen en roze oren. Violet: Recessieve mutatie, de chinchilla is grijs met een paarse gloed, zwarte ogen en violetachtige oren. Saffier: Recessieve mutatie, grijze chinchilla met blauwe gloed, zwarte ogen, blauwachtige oren. Alle bovenstaande kleuren hebben een witte buik. Soms zijn deze patronen samen met een bepaald vachtpatroon, deze patronen kunnen ebony, velvet en bont zijn. Ebony: Als een chinchilla ebony is, bedoelt men dat de buik dezelfde kleur heeft als de rest van het lichaam, er bestaan white ebony's, brown ebony's, black ebony's, violet ebony's etc. Velvet: Een velvetchinchilla heeft een witte buik maar duidelijke donkere strepen op zijn voorpootjes, die al sinds zijn geboorte aanwezig zijn. Velvets hebben ook een "masker" op hun kop en rug. Dat masker is eigenlijk een donkerdere vacht. Bont: Genetisch gezien zijn bonte chinchilla's gelijk aan mozaïek met het verschil dat de vlekken duidelijk afgelijnd zijn (in tegenstelling tot mozaïek waarbij de vlekken geleidelijk overlopen in het wit). Een chinchilla kan ook velvet, bont en ebony tegelijkertijd zijn, maar dit is zeldzaam. |
Grootte | Lichaamslengte: 22-23 cm
Staartlengte: 13-18 cm Oorlengte: 4-6 cm Oorbreedte: 3-4 cm Snorhaarlengte: 10-13 cm Gewicht: 450-700 gram |
Huidtype | Vacht |
Andere kenmerken | |
Dieet | In het wild eten ze dor gras, struiken en kruiden. |
Levenswijze | Er wordt gezegd dat de vrouwtjes de mannetjes domineren. Hoewel vele bronnen verklaren dat chinchilla’s monogaam zijn, is daarvoor weinig bewijs. Deze dieren leven in kolonies die van klein, met enkele individuen, naar groot, met een honderd of meer kunnen verschillen. Ze kunnen een lange waarschuwingskreet (die lijkt veel op fluiten en die de groep waarschuwt voor gevaar) maken, ze maken een laag geluid wanneer ze paren en ze kunnen sissen en spugen als ze agressief zijn. Bedreigingen omvatten ook gegrom, het knarsen van tanden en het met urine ondersproeien van vijanden. |
Gedomesticeerd | ja |
Actief | Ze komen tijdens de schemering en de dageraad te voorschijn, om te genieten van de zon. 's Nachts laten ze zich leiden door hun snorharen. |
Levensduur | 10-15 jaar |
Taxonomische indeling | |
Rijk | Animalia |
Stam | Chordata (chordadieren) |
Klasse | Mammalia (zoogdieren) |
Orde | Rodentia (Knaagdieren) |
Familie | Chinchillidae (Wolmuizen) |
Geslacht | Chinchilla |
Advertisement
Advertisement